Vogelschilder Erik van Ommen over zijn prentkunst
‘Je werkt meer geordend in een heel andere beeldtaal’
Het werk van Erik van Ommen (1956) brengt de liefde voor de natuur dichterbij, maar ook de liefde voor de kunst. Met recht een veelzijdig kunstenaar: naast aquarellen, olieverfschilderijen, tekeningen, sumi-e ook prenten in velerlei technieken. Binnen zijn prentkunst is er aandacht voor lino- en houtsneden, etsen, aquatinten en veelkleurige reductiehoutsneden. Hoogste tijd om af te reizen naar het atelier en de kunstruimte Atelier Brink 2 in het Drentse brinkdorp Vries.
Tegenover mij aan tafel in de fraai verbouwde pastorie zit een enthousiaste, betrokken, blijmoedig en integer kunstenaar. Het tekenen zat hem als kind al in het bloed. ‘Toen mijn ouders verhuisd waren naar Zwolle kreeg ik op zaterdagochtend vanaf mijn achtste een paar centen zakgeld en daarmee vertrok ik onmiddellijk naar een kleine winkel met kunstenaarsbenodigdheden en keerde terug met één vel tekenpapier. Het geld was op, maar ik tekende de hele zaterdag tot het vel vol was. En dan moest ik weer een week wachten,’ zo vertelt Erik van Ommen. Op de middelbare school was hij vaak in het tekenlokaal te vinden. Later was er ook geen geld voor zijn opleiding aan de Academie Minerva in Groningen en daarom volgde hij de avondopleiding en ging overdag werken om in eigen levensonderhoud te voorzien en om de studie te kunnen bekostigen. En een jongmens komt natuurlijk ook graag in het Groninger uitgaansleven, dus acht uren slaap was wellicht iets teveel gevraagd. Hij kreeg onder andere les van Rein Pol, Jan van Loon, Tiddo Nieboer en Ben van Voorn. Hij had niet de indruk dat men in zijn academietijd zat te wachten op het schilderen en tekenen van vogels. Derhalve verdween het enigszins naar de achtergrond. Na zijn opleiding ging hij aan het werk als medisch illustrator bij tandheelkunde. Langzamerhand bouwde hij zijn werk daar af om alle tijd beschikbaar te hebben voor zijn grote passie: de vogelwereld. Een enkele maal heeft hij nog wel eens een klusje als medisch illustrator. Sinds 1983 werd het tekenen en schilderen van vogels serieus aangepakt, maar door de komst van een telescoop in 1987 was Erik van Ommen pas echt tevreden over zijn eigen prestaties.
Ruim dertig
Nu ruim dertig jaar later en ruim dertig boeken verder is er nog steeds dat enthousiasme, die betrokkenheid en voelt hij zich nog steeds opnieuw uitgedaagd om met een nieuw groot project te beginnen. Hij werkt dan een paar jaar aan één vogelfamilie. Hij verzamelt eerst alle literatuur en kijkt in zijn eigen kunstenaarsarchief. ‘Ik wil echt alles erover weten,’ zegt Erik van Ommen. Hij probeert alle (vogel-)familieleden te vinden en te tekenen, ook als hij daarvoor op reis moet naar het verre buitenland. Op dit moment werkt hij aan nieuw project over de kraanvogels. Deze week was hij in Duitsland om kraanvogels te tekenen. Uiteindelijk heeft hij zoveel materiaal dat een boek en een tentoonstelling in het verschiet liggen. Erik van Ommen werkt tot diep in het herfst in de natuur zelf. De wintermaanden werkt hij doorgaans in zijn atelier en in maart gaat hij weer naar buiten. In 2015 was zijn reigerproject afgerond. De eerlijkheid gebiedt dat ik vooral de indrukwekkende aquarellen en schilderijen in olieverf van Erik van Ommen kende en in mindere mate het andere werk. En juist dat andere werk is ook heel verrassend, getuigt van durf en neigt naar abstractie. In zijn sumi-e (letterlijk tekenen met inkt) en in zijn prenten zijn enkele vlakken en lijnen voldoende om te laten zien welke vogel is geportretteerd. Het werk heeft een sterk Japanse uitstraling. Een mooi voorbeeld is het boek uit 2007 De Inktvogel met gedichten van Koos van Zomeren en sumi-e tekeningen van Erik van Ommen. Overigens is hij gevraagd om nieuw werk te maken voor een boek met verhalen van Koos van Zomeren. Het is alsof de kunstenaar met zijn recente houtsneden Klauwier 1 en 2 en met zijn sumi-e vol overtuiging zegt: ‘Hier ben ik. Zo zit het. Dat is het. Dit kan ik.’ En ik, ik word er al alleen maar hebberig van. ‘De lief hebbers van mijn werk waren in het begin niet erg enthousiast over dit werk, maar langzamerhand begint de verkoop ervan aan te trekken. Ik voel me vrij om het werk te maken, dat ik meen te moeten maken. Af en toe ga ik ook wel heel andere dingen doen,’ zo vertelt Erik van Ommen. In zijn atelier hangen op dit moment ook hele, grote tekeningen, die het resultaat zijn van het werken naar model. ‘Maar na een tijdje keer ik altijd weer terug in mijn vogelwereld, die mij sterk blijft inspireren,’ zegt de kunstenaar.
Tachtig schetsboeken
Erik van Ommen is niet altijd overtuigd van het welslagen van een kunstwerk. Zijn vrouw Wilma krijgt nieuw werk eerst voorgelegd en haar oordeel telt heel zwaar. Menig werk werd verscheurd en hele olieverfschilderijen verdwenen in het vuilnisvat. Onder mijn ogen verscheurt hij een prentje met een klein vlekje. Als verzamelaar zeg ik: hartverscheurend is zo’n daad. Alleen zijn tachtig schetsboeken zijn hem heilig. Daar blijven rijp en groen, gelukt en mislukt tot in eeuwige dagen naast elkaar bewaard, zo vertelt de kunstenaar. De schetsboeken zijn de basis voor elk schilderij, elke tekening of prent. Sfeer, vorm, houdingen, gedrag, compositie en ideeën worden er in opgetekend. Zijn reductiehoutsneden tonen een groot vakmanschap en prikkelen door pittig kleurgebruik. In het noorden zijn we al zo bevoorrecht met de reductiehoutsneden van o.a. Siemen Dijkstra, Grietje Postma en Antje Veldstra en nu ook nog prachtige vogelprenten in die techniek van de hand van Erik van Ommen. In de voorkamer van de pastorie hangen overigens twee grote werken van Siemen Dijkstra en Grietje Postma. In 2008 kochten Erik en Wilma de pastorie in Vries en gingen verbouwen en de tuin inrichten. Dat leverde een leuk boek op: Mijn pastorietuin. Dagboek van een natuurschilder (2010).
De prenten van Erik van Ommen verschijnen niet in een grote oplage, meestal zo rond de twintig exemplaren. Zo is er de meerkleuren linosnede van de kleine zilverreiger. Wat had ik die graag gekocht, maar ja de houtsnede van de drinkende kraanvogel was eerst aan de beurt omdat de kraanvogels van het
Fochtelooërveen de buren zijn van het centrum voor de prentkunst in Fochteloo. Dus die houtsnede mocht daar niet aan de wand ontbreken. De etsen en aquatinten van Erik van Ommen zijn ook meesterlijk. Je ziet in zijn werk dat hij de etsen van Charles Donker bewonderd. Op de ets Winterkoning van Erik van Ommen uit 1996 zou zelfs Reinder Homan jaloers kunnen worden. De vogels op de etsen in de serie Het moment kijken je bijna allemaal aan, zijn ook niet in hun geheel afgebeeld en komen daardoor heel dicht bij je en ze laten ook iets van hun karakter zien. Erik van Ommen: ‘Ik vind het werken aan mijn grafisch oeuvre meer iets voor de tweede helft van de dag. Het ambachtelijke spreekt me aan. Je werkt in de prentkunst meer geordend en het is een hele andere beeldtaal.’
Succesvol
Zogenaamde kunstkenners en -critici schreven vaak neerbuigend over het werk van Rien Poortvliet, Jan Voerman Jr, Anton Pieck en anderen, die succesvol waren als kunstenaar. In de literatuurwetenschap werden succesvolle auteurs als Bomans en Carmiggelt vaak ook genegeerd. Een kunstenaar moet bij voorkeur arm, zielig en diep ongelukkig zijn, zo lijkt het, om mooi werk af te leveren. Ik begrijp werkelijk niet dat een kunstenaar niet succesvol mag zijn. Naar mijn bescheiden mening draagt het werk van Erik van Ommen niet alleen bij aan de liefde, het respect en de waardering voor onze natuur, maar hij opent voor veel mensen ook de ogen voor de beeldende kunst, juist door zijn veelzijdige technieken en de manier waarop hij over zijn werk als beeldend kunstenaar schrijft. Hij maakt kunst toegankelijk, neemt de mensen mee in zijn enthousiasme, nodigt mensen uit om van zijn werk te genieten. Op zijn beurt geniet hij van het plezier dat mensen aan zijn werk beleven. Wat is daar mis mee? Van zulke goeie kunstenaars hebben we nooit genoeg!
Juist in dit jaargetijde kunnen we door de prachtige boeken van Erik van Ommen en zijn vrouw Wilma Brinkhof volop genieten van de natuur, terwijl de centrale verwarming lekker hoog staat en de regen tegen de ramen klettert. Het zijn boeken, die je steeds weer ter hand neemt en doorbladert. Je krijgt het gevoel dat je mee mag kijken door de ogen van de kunstenaar. Mooi vormgegeven. De boeken zijn ook informatief en vertellen niet alleen over de vogelwereld, maar vertellen ook hoe het werk van de kunstenaar tot stand komt. Eigenlijk zijn de boeken het vervolg op die hele kleine notitieboekjes, die hij vogel- en dierengidsjes noemt, die ik in een vitrine aantrof waar hij in 1972 al mee was begonnen, waar hij waarnemingen in opschreef en illustreerde. In zijn laatstverschenen boek Mijn Reigerparadijs, maar ook in het boek Het Waddenatelier lezen we veel over de door hem toegepaste technieken. Hij geeft zelfs tips. Hij schrijft, dat werken met inkt sneller gaat dan met potlood of aquarel. Hij vertelt in Vries: ‘Ik werk het liefst en bij voorkeur in de natuur en sleep mijn spullen mee. Ik heb een telescoop, waarmee ik de vogels naar mij toe kan halen, zonder hen te storen. Ik werk niet vanaf foto’s, maar ik film wel als vogelaar.’ En een echte vogelaar is hij. Hij is gedreven en heeft een eigen slogan: ‘Als beeldend kunstenaar zie ik de noodzaak om me in te zetten voor het behoud van datgene wat me inspireert.’ Hij is nauw betrokken bij Vogelbescherming Nederland, Vara’s Vroege Vogels, Groninger Landschap (Golden Raand) en Noorderbreedte. Hij nam samen met de eerste twee het initiatief tot Het bevlogen oog, een prijs voor jonge, talentvolle vogelkunstenaars.
Tot slot
Toen ik het plaatjesalbum De luister van Zuid-Friesland van koffiebrander Kanis en Gunnik gistermiddag doorbladerde met aquarellen van Rein Stuurman (grootmoeder Femmigje spaarde de plaatjes voor mij) en ik later de twee oude Verkade-albums ter hand nam (die ik als kind van mijn oom Arend had gekregen) dacht ik ineens, wat zou het toch prachtig zijn als er nog eens een mooi plaatjesalbum uitgegeven kon worden met het werk van Erik van Ommen. Dat zou ik nog wel eens van de grond willen tillen. Maar och, als het niet gebeurt, is het ook goed, want gisteravond heb ik via boekwinkeltjes.nl twaalf verschillende boeken van Erik van Ommen en Wilma Brinkhof besteld, dus ik kan wel even vooruit met het genieten van zijn werk. Toch ben ik bang dat het verzamelen van boeken en prenten van Erik van Ommen weer verslavend gaat werken. Dat is niet erg, als ik dat maar met veel lotgenoten kan delen.
Pieter Jonker