De laatste 25 jaar
Aan het eind van de twintigste eeuw dreunt de Val van de Berlijnse Muur nog lang na. Er is een andere wereldorde ontstaan, grenzen vervagen en de wereld ligt open voor iedereen. Oost- en West-Europa leren elkaar langzaam kennen. De doorbraak van Neo Rauch en de Neue Leipziger Schule getuigen hiervan. Voeg daar nog de opkomst van het internet aan toe en dan lijkt de globalisering een feit. De wereld in een muisklik bij u thuis.
Aan het begin van de eenentwintigste eeuw schokken ingrijpende gebeurtenissen de wereld opnieuw: de aanslagen op de Twin Towers, de financiële crisis en de milieucrisis.
Kunstenaars reageren uiteraard op dit alles en werken dit uit in hun kunst. Sprekend voorbeeld: de zogenaamde Mohammedcartoon van de Deense graficus Kurt Westergaard, die tot veel ophef heeft geleid. Dat bracht de invloed van kunst en van afbeeldingen ook weer onder de aandacht. De pen is machtiger dan het zwaard.
In Nederland blijft het relatief rustig. Kunstenaars werken veelal individueel ‘stilletjes’ verder aan hun oeuvre. Geen spectaculaire cartoons, geen exorbitante veilingprijzen, maar vaak wel mooie tentoonstellingen. Groepstentoonstellingen of individueel, al is het natuurlijk in coronatijd afwachten wanneer en waar…
Bekende kunstenaars/grafici als Cees Andriessen, Klaas Gubbels, Anneke Kuyper, Peter Lazarov, Hedwig Pauwels en Yvonne de Vries werken min of meer verder in hun bekende stijl. Al zijn ook bij hen wel degelijk vernieuwingen te zien. Zo maakt Lazarov tegenwoordig zijn eigen papier volgens traditionele Japanse technieken. Overigens opvallend dat veel goede grafici ook beeldhouwer zijn, zoals Shinkichi Tajiri, Henk Visch, Carel Visser en Eric Claus. Deze laatste heeft overigens ook een aantal exlibris vervaardigd.1)
Wim Zwiers4)
Bijzondere vermelding verdient Wim Zwiers (1922-2019). Na het behalen van zijn diploma aan de Christelijke hbs in Rotterdam volgde hij vanaf 1940 een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam en studeerde daar af in 1944. In 1948 behoorde Zwiers tot de drie Nederlandse grafici die deelnamen aan de Prix de Rome voor de grafiek. Wim Zwiers was niet alleen graficus, maar ook tekenaar, schilder, beeldhouwer en glasschilder. Van 1946 tot 1964 was hij verbonden aan de Academie in Rotterdam als docent in de grafische technieken. Hij was de koning van de kopergravure en beheerste het graveren en afdrukken ervan tot in de perfectie. Van 1964 tot 1974 was hij verbonden aan de Academie Minerva in Groningen. Zwiers vervaardigde vele prenten en honderden exlibris.
Omstreeks 1992 begon hij naast zijn gegraveerde exlibris de computer te gebruiken voor het maken van exlibris en andere kleingrafiek. Hoewel hij niet de eerste was die computerexlibris ging maken, verraste hij door op zeventigjarige leeftijd als gerenommeerd koper- en houtgraveur met een dergelijke nieuwe techniek te beginnen.
De kunst van de 21 ste eeuw wordt wel omschreven als hybride kunst
Er is geen dominante stroming meer die met een -isme kan worden aangeduid, zoals het postmodernisme in de jaren ’80. Engagement (kritiek op de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen) en utopieën (het creëren van nieuwe werelden) zijn zaken die een belangrijke rol spelen. In de kunst zijn er veel ontwikkelingen naar interdisciplinariteit (kunst & technologie, grensoverschrijdingen binnen de kunsten), maar anderzijds is er ook weer volop aandacht voor traditie in de schilderkunst. Al is die schilderkunst dan vaak wel sterk beïnvloed door nieuwe media als fotografie en computerkunst. Deze dubbele ontwikkeling van enerzijds discipline overschrijdend en anderzijds juist bijna ambachtelijk werken is iets wat je op dit moment in veel kunsten terugziet.
De ontwikkelingen op het gebied van grafiek en exlibriskunst in de periode na 1995 zijn heel divers en individueel. Een overzicht maken is derhalve een ondankbare opdracht want het is onmogelijk om alles behandelen en zeker ondoenlijk om iedereen aan bod laten komen. Derhalve ligt hier het accent op de nieuwe technieken en enkele kunstenaars. De aandacht voor nieuwe technieken wil niet zeggen dat traditionele technieken afgeschreven zijn; houtsnede, ets, aquatint, mezzotint, litho, lino, zeefdruk en risograph zijn nog lang niet afgeschreven. Integendeel. Op veel plaatsen in het land zijn organisaties druk doende om grafiek en grafische technieken, zowel traditioneel als nieuw, levend te houden. Naast de welbekende Stichting Nobilis en het Steendrukmuseum in Valkenswaard, zijn dat o.a. AGA Lab in Amsterdam (een maakplek en laboratorium voor kruisbestuiving op het gebied van techniek, materiaal en beeld), GRID (Grafisch Museum in Groningen, hier komt grafisch erfgoed op verscheidene manier tot leven), Knust (een eigenzinnige drukwerkplaats en uitgeverij in Nijmegen) en Plaatsmaken in Arnhem (grafische – en tegenwoordig ook digitale – werkplaatsen met een tentoonstellingsplek).
Edwin Smits
Edwin Smits heeft in de jaren ’90 veel exlibris gemaakt middels CAD: kleurrijk, speels en gevarieerd. Opvallend is dat zijn thematiek in een aantal gevallen wel traditioneel is, zoals verwijzing naar het beroep van de eigenaar, de een hobby van de titularis of de klassieke mythologie.
Overigens is hij ook een van de weinige kunstenaars die in zijn exlibris de politieke situatie uitbeeldde. In het exlibris voor Julia Vermes staan de laatste brandende brokstukken van de Twin Towers dreigend overeind als een apocalyptische waarschuwing en mogelijk een verwijzing naar Sodom en Gomorra
Computer Added design (CAD)
CAD is het maken van tekeningen en ontwerpen door gebruik te maken van computers. CAD wordt toegepast in diverse vakgebieden waaronder de architectuur, topografie, industriële vormgeving en archeologie. Vaak is de computer een hulpmiddel voor het realiseren van een kunstwerk met zuiver uitgetekende vormen. Computerkunst wordt vooral toegepast in de grafiek en willekeurig of aan de hand van foto’s uitgevoerd. De mogelijkheden zijn onbegrensd. In Nederland is Peter Struycken een pionier op dit terrein. Ook Japans-Amerikaanse Nederlander Shinkichi Tajiri timmert aan de digitale weg. Na 2000, in de laatste jaren van zijn leven, maakte hij ook werken op papier en computergrafiek.
Ondanks zijn leeftijd, hij was toen al bijna tachtig, heeft de kunstenaar nog altijd de drang om nieuwe terreinen te verkennen, daar is zijn nieuwe iMac het bewijs van. Internationaal is het met name David Hockney die veel bewondering krijgt voor zijn tekeningen gemaakt zijn met behulp van de iPad. De computer is geen autonome kunstenaar maar een hulpmiddel dat simpelweg alleen dat doet wat door de gebruiker is geprogrammeerd. De software kan wel technische mogelijkheden hebben die de kunstenaar op zijn manier weer inspireert. Een soort symbiose dus. Werken met tekensoftware kan met een tekenpen, een muis en de vingers [touchscreen]. Je kunt de tekeningen op een beeldscherm tonen maar ook printen. Tegenwoordig zijn er ook veel animatiefilms die worden getekend met CAD-software. Maar behalve het tekenen met behulp van software zijn er ook veel programma’s om foto’s en afbeeldingen te bewerken. Knippen, plakken, collages maken, vervormen, je kunt het zo gek niet bedenken of het is mogelijk.
Zeven jaar geleden schreef de Bulgaarse graficus Robert Baramov dat hij zijn grafische werk had omgezet in een videopresentatie: ‘Dit maakt indruk op belangrijke kunstcritici en heeft daarmee invloed op veel jonge artiesten die zoeken naar hun weg om het vak uit te oefenen. Ze zagen dat exlibris gepresenteerd
kunnen worden in exclusieve kunstruimtes en toekomstige trends kunnen initieren en prestigieuze objecten kunnen worden. …. Het klassieke gereedschap om op natuurlijke wijze te schilderen kan gecombineerd worden met nieuwe technologie, wat de artistieke inhoud van het werk zeker verbetert.’ Met de komst van het e-boek komt is er ook de mogelijk voor een digitaal ‘exlibris’ als watermerk of afgedrukt op meerdere, niet storende, plaatsen.
Martin Baeyens5)
Martin R. Baeyens (Melle, 1943) is schilder, graficus en designer. Baeyens heeft veertig jaar gedoceerd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent.
Als gastdocent was hij actief in het Frans Masereel Centrum, en aan diverse universiteiten in China, Turkije en Cyprus. Baeyens heeft zich toegelegd op twee technieken, namelijk zeefdruk en CAD. In veel werken worden beide technieken gecombineerd. Thematisch staat de natuur in zijn werk centraal. Baeyens zoekt naar een evenwicht tussen technologie en natuur en hij maakt daarbij soms gebruik van elektronische printplaten.Hij heeft veel solotentoonstellingen gehad en is veelvuldig onderscheiden in internationale wedstrijden. Op het gebied van het exlibris neemt hij een bijzondere plaats in. Baeyens is toonaangevend op het vlak van het computerexlibris. Zijn opuslijst omvat meer dan 800 stuks.
Maarten Giltay Veth6)
Zoals gezegd zijn er natuurlijk ook nog grafische kunstenaars die zich in de traditionele technieken bekwamen. Maarten Giltay Veth is daar een voorbeeld van. Na zijn afstuderen aan de Rietveld Academie te Amsterdam (1990) hield Maarten zich bezig met schilderen en beeldhouwen. De liefde voor grafiek ontstond pas in 2007 toen hij de linosnede herontdekte. In eerste instantie waren dat vooral kleurrijke
bloemen, later ook andere thema’s. Meestal was dit vrij werk, soms in opdracht. Nu zoekt hij vooral de uitdaging in de combinatie van linosneden met boekdrukkunst. Dit resulteert bijvoorbeeld in een serie uitgaven in kleine oplagen geïnspireerd op platen van Bob Dylan en hij is bezig met een uitgave van vier gedichten, geschreven door zijn broer Huib.
In de loop der jaren kreeg Giltay Veth incidentele opdrachten voor het maken van exlibris. Het kleine formaat stelt speciale eisen aan de maker. De boekdrukkunst waarbij je drukt met loden- en houten letters in combinatie met linosneden bleek uitermate geschikt voor een nieuwe uitdaging. Hij was zeer verheugd toen het lukte om met het Rondo lettertype in lood en houten letters op Hollandse hoogte te drukken op de oude ets-pers van … Wim Zwiers! Over traditie gesproken.
Uit: Grafiekwereld, jaargang 64, 2021, nummer 3