Bijzondere blokken | Tames Oud van Ameland (1895-1953)

Bijzondere blokken | Tames Oud van Ameland (1895-1953)

In 1981 gaf Thom Mercuur, stichter en oud-directeur van het Museum Bélvèdere Oranjewoud, met zijn uitgeverij De Drijvende Dobber een publicatie uit over Tames Oud geschreven door Peter Karstkarel.
Genoemd museum heeft een tentoonstelling met het werk van Oud in voorbereiding. Thom Mercuur, die veel werk van Tames Oud bezat, schonk de Stichting Nobilis twee grote lino-platen met werk van Oud onder de voorwaarde dat de Stichting zou zorgen voor een paar goede afdrukken, die een plek zullen krijgen in de aangekondigde tentoonstelling. Francis Dirix uit Hasselt verzorgde die drukken, waarvan er hier één verkleind wordt afgedrukt samen met de oorspronkelijke lino.

Tames Oud werd op 18 mei 1895 geboren in het dorpje Nes op het Waddeneiland Ameland, waar zijn vader in de scheepsbouw werkzaam was. Tames groeide op in een arm gezin van twaalf kinderen. Hij vond zijn werk op zee, maar was al jong aan het tekenen en schilderen zonder dat hij daar een opleiding voor had gehad. Later verhuisde hij naar Zeeuws-Vlaanderen, waar hij trouwde. Via Brussel kwam hij als glasblazer terecht in Charleroi. ’s Avonds verdiende hij bij met boksen.

Hij ging opleidingen volgen in o.a. het imitatieschilderen en legde zich toe op het bewerken van marmer, brons en ivoor. In de dertiger jaren maakte hij zijn eerste houtsneden, terwijl hij al eerder aan de Akademie voor Schone Kunsten in Brussel ging studeren en bleef zijn geld verdienen als decoratieschilder in Brussel en werd zelfs caféhouder. Door tentoonstellingen kwam er meer aandacht voor zijn werk als schilder, tekenaar en graficus. Had contact met o.a. Joris Minne en Han Krug. In 1939–1940 waren er vier schilderijen van hem te zien tijdens Onze Kunst van Heden in het Rijksmuseum Amsterdam. Het Museum of Modern Art in New York kocht grafiek van hem aan. In Nederland kochten het Rijksmuseum, het Gemeentemuseum Den Haag en het Stedelijk Museum Amsterdam lino’s en tekeningen aan. De Koninklijke Bibliotheek in Brussel kocht twintig werken aan. Later verhuisde hij weer naar Nederland.

De afgebeelde prent is kenmerkend voor de stijl van Tames Oud, aangeduid als primitivisme. Karstkarel daarover: ‘De concentratie op het hoogst nodige om een portret van mens of dier vorm te geven werd niet veroorzaakt door een verantwoordelijkheid ten opzichte van het materiaal, het stugge hout of het broze linoleum waarin gesneden moest worden, maar behoorde tot de artistieke vrijheid die Oud zich permitteerde.’

Pieter Jonker