Opus 500 van Harry Jürgens
Bij veel verzamelaars van exlibris is het werk van Harry Jürgens al lange tijd bekend. Zozeer dat sommigen er aan voorbij lopen wanneer ze het weer eens tegenkomen op een ruildag in Nederland of elders. Daarmee doen ze de kunstenaar onrecht. Ik zal uitleggen waarom. Immers, hoe gaat een kunstenaar en dus ook Harry te werk?
Nog voordat hij een eerste schets op papier kan zetten moet hij zich eerst een voorstelling maken van zijn onderwerp en hoe hij dat zal weergeven. Dat vereist twee dingen: kennis en kunde. Kennis van het onderwerp en kunde in het weergeven. In het geval van Harry Jürgens heeft hij zich in de loop der jaren bij al zijn opdrachten, waarvan er zeer veel een historisch, klassiek of literair thema bevatten, zoveel kennis moeten vergaren, dat hem bij wijze van spreken alleen daarom al een eredoctoraat toekomt. En wat betreft zijn kunde heeft hij zich een oneindig voorstellingsvermogen eigen gemaakt en door zijn discipline een vaardigheid verworven dit op papier te zetten. Vele jaren lang.
Zelf ken ik hem nu al zo’n vijftien jaar en bezit ca. tweehonderd exlibris van zijn hand. Mijn jongste opdracht aan hem was een exlibris te maken op het thema ‘Oresteia’, één van de tragedies van de Griekse
schrijver Aeschylus.
Dit betrof een jubileum opdracht, omdat ik aan zijn opuslijst gezien had dat hij aan zijn 500e exlibris toe was en ik die hem en mijzelf graag gunde. En uiteraard ook omdat ik op grond van al zijn eerdere werk er alle vertrouwen in had dat hij dit onderwerp aankon. Het is namelijk geen eenvoudig thema. Voor wie niet bekend is met de klassieken zal ik in het kort proberen aan te geven waar het bij deze tragedie van meer dan 500 jaar voor Christus over gaat.
Het betreft een theaterstuk in drie delen, achtereenvolgens: ‘Agamemnon’, ‘Het Dodenoffer’ en ‘De Eumeniden’.
In het eerste deel wordt verhaald hoe koning Agamemnon na tien jaar oorlog gevoerd te hebben in Troje terugkeert naar zijn paleis in Argos in Griekenland. In de tussenperiode heeft zijn echtgenote Klytaimnestra het echter aangelegd met haar neef Aegistos en koestert zij nog steeds een grote haat jegens haar echtgenoot vanwege het feit dat hij hun jongste dochter Iphigeneia bij zijn vertrek naar Troje geofferd heeft om bij de goden een gunstige wind af te smeken voor de overtocht van de oorlogsvloot. Klytaimnestra ontvangt Agamemnon met veel eer, maar vermoordt hem even later wanneer hij in bad zit om zich op te frissen na de lange reis. Na de moord treedt zij naar buiten en verklaart aan de ontzette en morrende bevolking haar daad. Aegistos voegt er nog de nodige bedreigingen aan toe mocht er bij hen van verzet sprake zijn.
In het tweede deel staat de moord van hun zoon Orestes op zijn moeder centraal. Van de god Apollo heeft hij de opdracht gekregen de dood van zijn vader te wreken en na veel aarzelen en mede daartoe aangezet door zijn zuster Elektra voert hij tenslotte deze daad uit. Om in het paleis toegelaten te worden vermomd hij zich eerst als een vreemdeling. Wanneer Klytaimnestra te laat ontdekt wie hij in werkelijkheid is en wat zijn bedoeling is doet zij een vergeefs beroep op zijn gemoed, maar hij volvoert wat hij van plan was, inclusief het vermoorden van Aegistos.
Het derde deel beschrijft het vervolg van alle ellende. Orestes wordt achtervolgd door de Eryniën, de wraakgodinnen. Dit zijn spookachtige en afzichtelijke wezens uit de onderwereld die als enig doel in hun bestaan hebben om moordenaars van familieleden op te sporen, hen te vervolgen en de dood in te jagen. Orestes zoekt eerst zijn heil in de tempel van Apollo in Delfi, maar ook daar is hij niet veilig, totdat Apollo zelf de Eryniën in slaap brengt en tenslotte zijn tempel uit jaagt. Intussen is ook de godin Athene op het toneel verschenen en zij raadt Orestes aan om naar haar tempel in Athene te gaan en daar de
verdere gebeurtenissen af te wachten. Daar aangekomen organiseert Athene een rechtszitting waarbij ook de ouderen van de stad aanwezig zijn.
Orestes is de aangeklaagde door de wraakgodinnen, Apollo is zijn verdediger. De uitspraak is dat Orestes
wordt vrijgesproken van schuld. De Eryniën zijn het gezien hun aard met dit vonnis uiteraard geheel oneens en als compensatie belooft Athene hen een karakterverandering waarin zij veranderen in goede wezens: ‘Eumeniden’. Hun taak wordt dan het bevorderen van geluk en welzijn voor mens, dier en gewas ter meerdere glorie van Athene en de wijde omstreken. Hiermee eindigt de tragedie.
Ik heb dit verhaal zo uitvoerig en toch ook weer zo beknopt mogelijk weergegeven, omdat ik mij bewust ben van het feit dat Griekse tragedies in het algemeen nog weinig gelezen worden en ook omdat ik bij het verstrekken van de opdracht aan Harry Jürgens vernam dat ook hij de tragedie niet kende en zich er dus eerst in diende te verdiepen alvorens zich überhaupt bij dit thema enige voorstelling te kunnen vormen. Dat heeft hij vervolgens gedaan. Hij is naar de bibliotheek gegaan en heeft het werk in Duitse vertaling gelezen. Bij het lezen ontdekte hij echter tevens dat het bij de Oresteia om een trilogie ging.
Dat bracht hem tot de vraag of in dit geval een exlibris-drieluik niet meer van toepassing zou zijn dan slechts één enkele af beelding. Ik vond dat hij daarmee een punt had en stemde toe. Nu kwamen dus de volgende stappen, het ontwerp en de vervaardiging.
Gelukkig sprak het onderwerp Harry erg aan en kwamen er al snel ideeën en proefschetsen van zijn hand. Na mijn consent, ging hij aan de slag. En dit brengt mij op het laatste aspect dat bij het maken van kunst nog wel eens over het hoofd gezien wordt, namelijk het vermogen zich goed te kunnen concentreren. Om hoofd en hand hun werk goed te kunnen laten doen is het een vereiste dat een kunstenaar zich kan afsluiten voor alle omgevingsruis en zich volledig kan concentreren op zijn onderwerp.
Harry kan dat. In de stilte van zijn woonkamer annex atelier aan de Robert Volkmannstrasse in Leipzig werkt hij ongestoord en met volledige concentratie aan zijn etsen.
Het resultaat mag er dan ook zijn! Ik ben er blij mee en deel de trots van de maker bij zijn Opus 500! Laat het bij een volgende ruilbijeenkomst niet aan uw neus voorbij gaan!
Peter van der Weerdt
Uit: Grafiekwereld, jaargang 57, 2014, nummer 4